Tips voor het aanleggen van een bijentuin

Bijentuin - een tuin vol leven!
Wat is er mooier dan een tuin vol leven? Wij zeggen, hoe meer insecten en bijen hoe beter. Daarbij hebben we de bijen hard nodig voor onze voedselvoorziening en bestuiving van vruchten en planten. Onder andere door de aanleg van strakke, onderhoudsarme tuinen is de populatie en het aantal soorten drastisch achteruitgegaan. Extra mooi dus om hier actief een steentje aan bij te dragen in jouw eigen tuin.

Wilde bijen en hommels
U kent de honingbij natuurlijk!. Maar wist u dat er ook nog zo’n 350 soorten wilde bijen en hommels zijn? Juist voor deze wilde soorten is een bijentuin een echte aanrader. Want zij hebben ons hard nodig!

Hoe maak je een bijentuin?
In je tuin kun je kiezen voor bepaalde planten die bijen aantrekken. Dat hoeft niet altijd om een grote tuin te gaan. Ook op het balkon of binnen een kleine plantenborder kun je verschil maken. Maak een apart plekje hiervoor waar het wat rustiger is en waar de kinderen minder snel komen. Je zou ook een hekje hier omheen kunnen plaatsen om de kids te beschermen.  Natuurlijk kun je een bijentuin ook integreren in je eigen tuin om zo vanaf je terras genieten van alle verschillende soorten bijen en hommels die er bestaan.

6 TIPS VOOR EEN PRACHTIGE BIJENTUIN:

1. Zet bloemen in uw tuin waar honingbijen en wilde bijen op afkomen. Bloemen waar bijen en ook vlinders dol op zijn, zijn o.a.: lavendel, judaspenning, winterheide, vlinderstruiken, koninginnenkruid, hemelsleutel, klimop en herfstaster.
2. Kies voor een variatie aan bloemen die in verschillende maanden bloeien. Zo hebben de bijen van het voorjaar tot en met de herfst bloeiende planten.
3. U kunt bijen ook helpen door ze een plekje te geven om te nestelen. Dat kan met behulp van een geschikte nestkast: een bijenhotel. Plaats het bijenhotel op een zonnige plek met de opening naar het zuiden, in de omgeving van bij-vriendelijke bloemen.
4. Ook rommelhoekjes in de tuin vinden bijen prettig. Wilde bijen en hommels nestelen graag in rommelige hoekjes met wat holle takjes en stronken.
5. Bestrijd eventuele andere insecten in de tuin zo min mogelijk of gebruik milieuvriendelijke maatregelen om insecten te bestrijden. Vermijd hierbij korrels, spuitbussen, kakkerlak- en mierenlokdozen, houtverf of vliegenvangers waar neonicotinoïden in zitten die giftig zijn voor bijen. Staat er op het etiket: acetamiprid, imidacloprid of thiacloprid? Dan betreft het een middel dat u juist níét wilt gebruiken. Bekijk hier de lijst met veilige middelen.
6. Gebruik biologische zaden en planten in uw tuin die zijn niet met gif (neonicotinoïden) zijn behandeld.

De aanleg van een bijentuintje  

lijst-drachtplanten1-1.pdf (287.13KB)

lijst-drachtplanten1-1.pdf (287.13KB)