In de maanden mei en juni splitst een bijenvolk zich in twee, drie of soms zelf meer kleinere volken. Dat gebeurt via zwermen. Kort gezegd vertrekt dan de helft van het volk samen met de oude koningin. De nieuwe koningin, die nog in het popstadium verkeert, blijft dan met de rest in de kast achter.
Voordat bijen gaan zwermen zuigen ze zich vol met een grote voorraad honing. Dat heeft als bijeffect dat ze hun achterlichaam amper kunnen krommen en dus moeilijk kunnen steken. Luid zoemend verlaten ze, samen met de oude koningin, de kast. Hierbij vormen ze een zinderende wolk in de lucht alvorens in een tros samen te komen. Speurbijen gaan vervolgens op zoek naar een geschikte huisvesting. Maar tegenwoordig is dit steeds lastiger voor een volk, omdat er weinig “natuurlijke” plaatsen te vinden zijn, zoals holle bomen e.d. Daarmee zijn deze bijen afhankelijk van de bijenkasten en de imkers die hen kunnen ophalen en huisvesting kunnen bieden.
Zwermen vind je heel dicht bij de bijenkast, maar ook honderden meters er vandaan. Vroeger lieten de meeste imkers hun bijen gewoon zwermen. Ze voegden dan later de volken weer bij elkaar of verkochten een zwerm. Tegenwoordig zullen de meeste imkers het zwermen zo goed mogelijk voorkomen, omdat hun kasten in een stedelijke omgeving staan en omdat grote volken meer (honing) opleveren.
Heeft u een zwerm gezien? Neem contact op met het bestuur